zondag 13 september 2015

In het vorige deel heb ik al geschreven over de dichtheid van hout, oftwel hard- versus zachthout. Hardhout is veel dichter dan zachthout. De dichtheid staat gelijk aan de hoeveelheid energie die vrijkomt en de snelheid van branden.

Hardhout brandt langzamer en geeft meer energie af, dus meer hitte, meer goede kooltjes en minder vlammen. Zachthout brandt snel en produceert veelal meer rook (al is dit ook afhankelijk van de vochtigheid van het hout). Geeft minder hitte af, minder kooltjes en meer vlammen. Hardhout moet je daarom goed splijten, waarbij zachthout dit veel minder essentiëel is.

Naast deze eigenschappen kun je natuurlijk ook spelen met de manier waarop het vuurtje wordt geconstrueerd. Bouw je een vuurtje low-profile of ga je meer voor het 'vreugde' vuur.

Die opbouw is belangrijk, je wilt immers een praktisch vuur; kookvuur, gezelligheidsvuur of een warmhoudvuur. Sinds kort is de wolf regelmatig in Nederland, dus vergeet veiligheidsvuur niet :-)



Op een verkeerde manier vuur maken kan ook!
Hierboven zie je een verkeerde methode van vuurmaken. Zie jij al wat er fout gaat ? (denk o.a. aan de ring van vuur).

Wat vaak vergeten wordt te vertellen is de manier waarop je vuur reguleert.
Verspreiding van de houtblokken of het aanmaakhout, geeft meer zuurstof. In de hoogte opbouwen van de aanmaakhoutjes geeft meer zuurstof. Meer zuurstof geeft een snellere verbranding, dus ook meer vlammen. In de opstartfase is voldoende zuurstof juist wat je wilt.


Het samenvoegen van houtblokken geeft juist een langzamere verbranding. Alleen de buitenzijde zal gebruik kunnen maken van de beschikbare zuurstof (in theorie).

Vergeet de wind niet, het afschermen- of juist opvangen (dus aanjagen) van de wind kan het maken van een vuur beïnvloeden. Koken, braden en roosteren gaat het best op een gereguleerd bedje van kooltjes.



Hieronder een aantal vuurcontructies;

Tipivuur
Tipivuur is een prima vuur om mee te beginnen, ook voor andere soorten vuur. Het is echter een 'snelbrandend' vuur. Het geeft veel vlammen en dus licht. (zeer schaalbaar). Zorg voor voldoende brandhout. (The whitemen's fire).
Stervuur

Stervuur is een goed te reguleren vuur wat zeer praktisch is voor koken. Door de stammen in- en uit te schuiven, kan men het vuur laten afzwakken of juist opstoken. Bij een laag vuur is het mogelijk een juist bemeten pan te gebruiken op de ster. Dit vuur geeft niet veel licht en gematigd warmte.

Jagervuur

Jagersvuur is eigenlijk een kookvuur, waarbij men de wind kan afschermen, of juist opvangen (niet bij draaiende wind). Het geeft weinig tot gematigd licht en gematigde warmte. Het voordeel is dat de stammen gebruikt worden om pannen op te zetten en indien men roostert, de warmte goed kan concentreren. Wordt vaak gebruikt met een roosteropstelling.


Lengtevuur of longfire

Lengtevuur oftewel de 'longfire' wordt vooral gebruikt in combinatie met een even zo lang open afdak (shelter). Men creëert dan over de gehele lengte een 'muur van hitte' en dus afscherming van de kou. Dit vuur brandt lang en regelmatig. Ideaal in combinatie met een wollendeken in het najaar tot voorjaar omdat de deken dan niet genoeg isoleert. Vergeet niet de stammen met palen te zekeren tegen wegrollen, recht of ietswat schuin. Dit vuur kan men stapelen, twee op elkaar (zekeren met palen) of drie stammen gebruiken (twee onder, één midden op). Altijd opbouwen kopsekant in de wind. Maak de stammen kaal en afgeplat aan de kant waar je het vuur opbouwt, steek 2 paatjes tussen de stammen en prop dit vol met berkenbast, twijgjes, kleine takken en de houtchips van het vlak maken. Regelmatig zult u extra takken moeten toevoegen, deze manier van vuur maken is erg langzaam.
Dakotavuur


Dakotavuur (greppelvuur) is een vuur ingegraven in de grond met een rookkanaal. Naast dat dit aardig werkt om te koken, kun je hiermee makkelijk het vuur afschermen tegen zicht. Het vuur wordt vrij goed geïsoleerd. Het is niet handig is het lang geregend heeft (veel rookvorming en de hitte wordt uit het vuur getrokken) of als er veel wortels van bomen op die plek in de grond zitten, ook droog veengrond geeft een probleem (ondergronds vuur).

Apachevuur of Cross-Lay

Apachevuur is eigenlijk een klein vuur om snel even iets te koken. Men gebruikt een verhoging (dikke tak) waarop men 2 bundels kruist. Men bouwt alles steeds gekruist op volgens de ring van vuur, maar stopt qua grootte bij de duimdikke takken. De pot of mok wordt in de opening van de kruising gezet.

Omgekeerd- of piramidevuur


Omgekeerd vuur is eigenlijk een vuur die verkeerd wordt opgestart, in plaats van onderin begint men van bovenaf. Dit is windgevoeliger en dus niet aan te raden bij een windje (vonken blazen van de houtstapel af). Het voordeel is dat het vuur naar beneden brandt en hier veel langer over doet dan van onderaf het vuur aansteken. Het aansteekproces duurt wel langer omdat de bovenlaag goed moet branden om de volgende laag te kunnen ontsteken. Als dit eenmaal zo is, dan is dit best een goed alternatief. Als kookvuur is het minder geschikt.

Tot zover mijn relaas over het maken van vuur. Er valt nog zoveel meer over vuur te schrijven, maar ik hoop hiermee jullie een goede basis te hebben gegeven. Probeer alles uit en bepaal wat voor jou het beste werkt.

Als de vonk eenmaal goed overslaat dan wordt je door de vlammen betoverd.

Dus uit je luie stoel en ga naar buiten...... vuurtje maken (wel veilig dan !).






0 reacties:

Een reactie posten

Subscribe to RSS Feed Follow me on Twitter!