zaterdag 2 januari 2016

De GPS en een kompas zijn wegwijzende begeleiders in de outdoor. In mijn andere blog over navigatie (klik hier) had ik het al over een aantal belangrijke wetenswaardigheden die belangrijk zijn bij het gebruik hiervan. Nu brachten de Mongolen niet alleen zuurkool mee naar het westen, maar ook de kennis van het aardmagnetisme. In de natuur bepalen bijvoorbeeld duiven aan de hand hiervan meestal hun koers op langere vluchten. Toch zijn er ook andere vormen van navigatie die aardig nauwkeurig zijn, waarbij soms kennis van het landschap en het weer nodig is. De hierbij gegeven informatie is op basis van het noordelijk halfrond.



Bomen
De bomen kunnen een belangrijke aanwijzing geven waar de noord-zuid lijn ligt. Dit geldt vooral bij bomen die enigszins recht en solitair staan. Bomen vormen reactiehout om zich te versterken tegen de wind of ter ondersteuning als ze schuin staan. Aan de kant waar de wind vandaan komt zult u dikkere jaarringen aantreffen, de kern groeit dan verschoven naar de kant met de minste druk. Tenminste bij loofbomen (trekhout), bij naaldbomen precies andersom (duwhout). Bij omgezaagde bomen kunt u mooi deze groeivorm zien. In Nederland komt de wind voornamelijk uit het zuidwesten en in mindere mate noordwesten. Takken en bladeren vormen zich vooral in de richting van de zon, soms kunt u aan de groeiwijze, door een dichtere takvorming of groeirichting, zien waar de oost-west lijn zich bevindt, dit is het sterkst te zien bij naaldbomen. Mos is typisch een vochtminnend organisme en zal dus niet aan de kant van de zon groeien. In Nederland is noord-noordwesten een kant waar mos een voorkeur voor heeft (veel groener). In bergachtige en/of dichtbegroeide gebieden is meestal op meerdere kanten schaduw, hier zal mos dus niet een alleen groeien op de noord-noordwest zijde.


De overheersende windrichtingen. Foto: Wikipedia.
Rond de keerkringen naar de polen zijn de windrichtingen voornamelijk westelijk. Vanaf de keerkringen naar de evenaar voornamelijk oostelijk.

TIP: De omgeving kan indicatoren veranderen. Vergelijk dus altijd een aantal bomen met indicatoren, het liefst die een stukje uit elkaar staan. Neem bij het oefenen een kompas mee zodat u kunt zien of de indicatoren kloppen, mocht dit niet het geval zijn probeer dan te achterhalen waarom dit niet klopt.

Indicatoren bij bomen.


Planten
De planten groeien vaak richting de zon, maar hier speelt wind een grotere factor. Hierdoor draait het blad richting de zon maar de stengel vaak met de wind mee. Aangezien planten veelal in de kruidlaag en struiklaag bevinden zult u merken dat het veel moeilijker is om hier de richting aan te ontlenen. U zult dan meer moeten kijken naar de soorten planten die zonne aanbidders zijn, deze groeien veelal op/naar het zuiden op het noordelijk halfrond. In Zuid-Afrika is er een noordpoolplant die richting het noorden (evenaar) overhelt om zoveel mogelijk zon op te vangen, in Noord-Amerika is er een kompasplant, hier groeien de bladeren op de de noord-zuid lijn.

Dieren en Insecten
Zoals al genoemd maken duiven gebruik van aardsmagnetisme tijdens hun vlucht over langere afstanden. Maar ook het bepalen van (vogel)nesten hebben dieren voorkeuren. Hier speelt voornamelijk wind, regen en zon de kenmerkende factor. Vogelnesten zul je meestal niet op de zuidwestelijke kant zien, slechts alleen als deze is afgedekt door bijvoorbeeld een andere boom.
De nesten worden meestal op noordoostelijk gebouwd (ruim twee keer zoveel). Bij veel insecten zoals bosmieren (termieten in Australië bouwen de nesten bovengronds in de noord-zuid richting) is het niet anders. Zij hebben liever de ochtendzon en de uitgang op het noordoosten om teveel vochtigheid te voorkomen.

Sterren, zon en maan.

Over de sterren is al veel geschreven. Veel nauwkeuriger dan de bomen, planten, dieren en insecten, maar een bewolkte hemel gooit wel eens de 'hemelpoort' dicht. Dan zult u moeten terugvallen op andere middelen. Één van de veel gebruikte sterren is de ster Polaris (poolster). Deze ligt boven de noordpool, maar niet exact boven het magnetische noorden, wel boven het werkelijke noorden. Het magnetische noorden verschuift ieder jaar een beetje, echter rond het werkelijke noorden. De poolster verschuift niet en ligt aan het einde van de Ursa Minor (kleine beer). Vaak wordt ook de Ursa Major genoemt omdat deze makkelijk te herkennen is als het steelpannetje. Het unieke aan de poolster is dat deze niet wegdraait zoals veel andere sterren. Hieronder een overzichtskaartje.

De poolster ligt recht boven het werkelijke noorden.

Omdat we weten dat de zon opkomt in het oosten en ondergaat in het westen, kunnen we op diverse manieren een relatieve oost-west lijn bepalen. Ook hier is de zwakte een bedekte hemel. Een stok in de grond en met kleine stokjes op het einde van de schaduw een kleine markering aanbrengen. Na een uurtje kunt u wederom een markering aanbrengen. De rechte lijn tussen de markeringen geven een oost-west lijn aan. Haaks hierop vindt u de noord-zuidlijn, waar de kant van de zon het zuiden is. (er is een verschil tussen de jaargetijden op de stand van de zon, deze verschilt 45 graden in de mid-zomer ten opzichte van de mid-winter, vandaar de relatieve oost-west lijn).

Met een zon, stokje en wat tijd een oost-west lijn bepalen
Indien u een horloge omheeft, dan kunt u aan de tijd en stand van de zon de juiste richting bepalen, op het zuidelijk halfrond is alles precies omgedraaid. Het uitleggen van een kompasroos en u kunt aardig de richting van het noorden bepalen.

Op de hoogste stand gelijk aan het zuiden.
Ook de maan kan ons voorzien van de juiste richting. Een volle maan zal om 0:00 precies richting het zuiden wijzen. Een nieuwe maan zal om 0:00 precies naar het noorden wijzen. Een halve maan voor volle maan zal westelijk oplichten om 0:00. Een halve maan na volle maan zal oostelijk oplichten om 0:00. De opkomst van de maan is een andere indicator.

Ook de maan kan u de goede kant uitsturen.

Zoals u ziet zijn er een aantal methoden die nauwkeurig tot vrij nauwkeurig richting kunnen geven. Het moeilijkste is het herkennen aan de hand van planten en bomen, daar zijn veel variabelen te vinden. Dat zal alleen maar lukken indien u dit voldoende beoefend.

Nu raakt u nooit meer de weg kwijt, zelfs niet zonder kompas. Een kaart is onontbeerlijk, de regel is naar het noorden lopen. Maar dit is natuurlijk niet altijd de beste kant uit, u kunt zelfs hierdoor dieper in een moeras raken. Een rivier volgen richting zee kan goed uitpakken, maar is ook geen garantie.

Hup naar buiten, de juiste richting zoeken !













0 reacties:

Een reactie posten

Subscribe to RSS Feed Follow me on Twitter!